Welkom bij de Vrolijke Tuinier, een site voor liefhebbers van een sier- en moestuin !

Hier vind je een overzicht van de meest gebruikte en bekende planten voor de siertuin. Ze zijn ingedeeld in drie groepen: heesters en bomen, kleinere vaste planten, en de één- en tweejarigen. Daarbij staan ze alfabetisch gerangschikt op hun gewone, Nederlandse naam. Verder worden hun Latijnse naam, grootte, en gegevens over groei, bloei, verzorging, vermeerdering en bodem voorkeur vermeld.
We hebben besloten om bolletjes, klimplanten en bodembedekkers niet als aparte groepen te vermelden. Ze staan dus gewoon bij de vaste planten.
Deze lijst is voorlopig nog niet af, maar je kunt eenvoudig zien of de door jou gezochte plant erbij staat.

 

Vaste planten

   

Akelei

(Aquilegia) - een vaste plant, niet echt winterhard
Houdt van lichte schaduw en een humusrijke, voedzame en goed gedraineerde grond. Past zowel tussen lagere gewassen als tussen andere borderplanten.
Vermeerdering door deling(hybriden) of door zaad (zuivere vormen).
Bloeitijd mei-juni, hoogte van 40 cm tot een meter. De voorkomende kleuren zijn wit, geel, violet, rood, blauw, paars.

Anemoon

(Anemone) - er zijn grofweg 3 soorten anemonen, namelijk de voorjaarsbloeiers die geen knol vormen, de bloeiers in hetzelfde seizoen die wel knolvormend zijn en de herfstanemonen.
De voorjaarsbloeiers kunnen goed onder bomen en struiken en worden vaak met bolgewassen gecombineerd. Grond moet bij sommige soorten kalkhoudend zijn.
De herfstanemonen zijn het gemakkelijkst te onderhouden, heel geschikt voor borders en tussen heesters. Ze verdragen schaduw goed.
Sommige knolvormende anemonen willen een zure bodem maar voor de meeste soorten is vruchtbare tuinaarde genoeg. Wel is goede ontwatering nodig, anders rotten de wortels weg.
Vermeerdering gebeurt door zaad of deling.
De voorjaarsanemonen worden zo'n 5-30 cm hoog en hebben witte, roze of blauwe bloemen in maart-mei. Er zijn soorten speciaal voor de rotstuin verkrijgbaar.
Herfstanemonen bloeien van ongeveer augustus tot oktober. Ook hier zijn er meerdere soorten, van 40 cm tot een meter hoog en lopen de kleuren uiteen van wit, roze, rood naar blauw.
Omdat veel soorten niet echt winterhard zijn, kan men ze het beste in de winter afdekken met een laag bladeren.

Aster

(Aster) - Zeer uitgebreid geslacht van zowel eenjarigen als vaste tuinplanten.
Er zijn zowel voorjaars- als zomer- en herfstasters. Ze zijn geschikt voor borders of voor de rotstuin en komen in veel kleuren voor. Alle soorten verlangen veel zon en een niet te natte, goed gedraineerde grond. Voorjaarsasters willen daarnaast graag kalkhoudende grond.
Asters zijn gemakkelijk door deling te vermeerderen.
Er zijn teveel soorten om hier te noemen. De bloeitijd varieert van april tot oktober en de hoogte van 20 cm tot 250 cm! Ook de kleuren zijn uitgebreid: van wit, roze, rood, lila, blauw, violet tot donkerpaars.

Astilbe

Vaste plant, vaak ten onrechte Spirea genoemd.
De grond moet vochtig tot nat zijn. Schaduw wordt verdragen. Volle zon is bij natte grond ook goed. Voorkeur voor humusrijke, goed bemeste, vochtige tuinaarde.
De lage soort (30 cm) bloeit juli-okt, kan tegen schaduw en veel drogere grond.
De hybriden, 50-100 cm groot, bloeien mei-juli in de kleuren wit, roze rood, violet, purper.
Astilben kunnen in het voorjaar gedeeld worden met een scherpe spade of een groot mes.

Aubrieta

Vaste zodevormende plant, ideaal voor op muurtjes, in verhoogde rotsbedden en op andere droge, zonnige plaatsen.
Grond moet kalkhoudend, niet te arm en vooral goed gedraineerd zijn. Vermeerdering gebeurt alleen door deling of uit stek.
Er zijn meerdere hybriden, hoogte 5-10 cm, bloeiend van april tot juni. Kleuren variërend van blauw, roze, purper tot vuurrood.

Begonia

(Begonia) - er zijn knolbegonia's die lang meegaan en perkbegonia's, die maar 1 seizoen meegaan. Allebei geschikt voor perken en eenjarigen in borders. Knolbegonia's passen ook goed in balkonbakken en hangmandjes.
Ze hebben allemaal halfschaduw nodig en een steeds vochtige, humeuze bodem. Het liefst turfmolm of potgrond. De grond mag niet uitdrogen door de zon. Leg daarom wat blad of mulch tussen de planten.
Perkbegonia's worden al in de winter gezaaid en na het verspenen in een warme kas verder gekweekt. In april worden ze langzaam afgehard. De hoogte variëert van 15-20 tot 40 cm. De bloemen kleuren wit tot roze - rood.
Knolbegonia's worden in april in wat vochtige turfmolm aan het spruiten gebracht. Ze kunnen dan worden gestekt of de knollen kunnen worden gedeeld. Als ze flink zijn uitgelopen, kunnen ze na de nachtvorst de tuin in. In de winter worden de knollen droog bij 5 graden bewaard. Knolbegonia's bloeien juni-september. Er zijn veel varianten in omloop.

Duizendblad

(Achillea) - vaste borderplant
Houdt van zon, normaal bemeste tot wat kalkrijke grond, liefst niet te nat
Vermeerdering door delen in voorjaar of door zaaien.
Er zijn meerdere soorten, in hoogte vanaf ongeveer 20 cm tot 1 meter.
Ze bloeien van juni tot september, kleur: wit, geel tot roze - rood.

Engels gras

(Armeria) - vaste plantjes, geschikt voor randen en vooraan in borders.
Houdt van een zonnige plaats en normale tuinaarde. Vermeerdering door delen van de pollen in het voorjaar. Als de plantjes in de winter wat omhoog komen, moet je ze weer in de aarde terug duwen, anders verdrogen ze.
Er is een lage soort van 15 cm, bloei mei-juni met lilaroze, rode of witte bloemen. Na de bloei alle uitgebloeide delen wegknippen.
De hogere soort, tot 60 cm, bloeit van juni-aug met rozerode bloemen.

Geitebaard

(Aruncus) - sterke vaste plant
Prima voor achterin de border. Halfschaduw is goed, geen volle zon.
De bodem moet voldoende vochtig zijn met genoeg mest en humus. Vermeerdering door deling in de herfst of het voorjaar. Vaak heeft de plant 2 jaar nodig om goed uit te groeien.
Hoogte tot 2 meter, bloei in juni-juli met helderwitte bloempluimen.

Incalelie

(Alstroemeria) - rijkbloeiende vaste borderplant
Houdt van veel zon en een goedbemeste, doorlatende grond (vooral niet te nat in de winter). Heeft dan ook knolachtige wortels.
Hoogte 60-120 cm. Bloeit juni-aug met geeloranje bloemen.
Oudere planten kun je delen in het voorjaar, maar zaaien (april-juni) gaat ook.

Klokjesbloem

(Campanula) - meestal vaste plant, sommige rassen tweejarig.
De lagere soorten zijn rotsplanten, willen een zonnige tot heel licht beschaduwde plek. De hogere soorten zijn prima borderplanten die gemakkelijk met andere soorten combineren.
De rotsplanten moeten op niet te droge grond staan, goed gedraineerd en met voldoende voedsel. De borderplanten willen redelijk bemeste tuingrond die ook niet te droog mag zijn. De tweejarigen kunnen in juni gezaaid worden, de anderen door deling of stekken in het voorjaar.
Er zijn veel rassen, van laag (15-45 cm) tot vrij hoog (50-150 cm). Ze bgloeien meestal juni tot aug/sept. De kleuren gaan van wit tot rozerood en violetblauw.

Monnikskap

(Aconitum) - vaste borderplant
Houdt van lichte schaduw en humusrijke, goed bemeste tuingrond.
Vermeerdering vooral door delen in het voorjaar. Het duurt lang voor het zaad kiemt.
Er zijn meerdere soorten, bloeiend van juni/juli tot september/oktober.
Ze worden erg hoog, 80 cm tot wel 2 meter en de kleuren variëren van wit tot lichtviolet, amethyst en blauw.
Let wel op met kinderen want loof, wortels en bloemen zijn erg giftig!

 

 

Schoenlappersplant

(Bergenia) - vaste plant met aparte grote leerachtige bladeren.
Houdt van vochtige grond, bv in buurt van een vijver, en van halfschaduw. Grond moet voldoende humus bevatten. In de winter kan het blad het beste worden afgedekt. Vermeerdering gebeurt door delen in het voorjaar.
Er zijn meerdere vormen. Hoogte 30-50 cm, de bloemen kleuren wit, roze, violetroze. Sommigen bloeien april-mei, een andere soort in februari.

Struikheide

(Calluna) - Heel veel tuinrassen van deze soort, bloeiend in allerlei kleuren: wit, roze, paars, geel. Kan in heidetuin maar ook in vaste plantenborder of tussen de eenjarigen of als bodembedekker.
Struikheide wil kalvrije, humusrijke en steeds vochtige grond. Dus veel turfmolm, tuinturf of naaldenbosgrond erbij. Zon of lichte halfschaduw is nodig voor het vormen van de bloemen. Vermeerdering gebeurt door stekken in augustus onder koud glas.
Hoogte 5-70 cm. De bloeitijd is meestal augustus-oktober.

Vrouwenmantel

(Alchemilla) - vaste borderplant
Houdt van lichte schaduw maar kan ook wel tegen wat meer zon. Rdelijk bemeste tuingrond is goed, als die maar vochtig is. Geen droogte graag.
Bloeit in juni-aug met groengele bloemen in losse schermen. Hoogte tot 50 cm.
Zowel delen als zaaien mogelijk, gebeurt in het voorjaar.

Wijfjesvaren

(Athyrium) - winterharde tuinvaren met mooi fijnverdeeld loof.
Houdt van schaduw en beschutting tegen felle wind. De bodem moet humusrijk en vochtig zijn en elk jaar worden bemest met bloedmeel of verteerde stalmest. Vermeerdering gebeurt meestal door deling.
De plant wordt 70-100 cm hoog.

Witte Knoop

(Anaphalis) - vaste plant, ook geschikt voor borders. Bloemen kunnen prima in droogboeketten.
Het liefst in de zon, beetje schaduw mag ook. Wil droge of matig vochtige aarde, wat kalk moet erbij. De plant valt op door zijn mooie grijze loof. Hoe droger de grond, hoe grijzer het loof. Past prima bij andere planten met blauwe tinten of in een "witte" tuin.
Er zijn een paar soorten die in grootte variéren van 20-30 cm tot 30-60 cm. Bloei ongeveer juni - sept met witte bloemen.
Vermeerdering kan door delen van de wortels of zaaien in het voorjaar.

Zeeuws Knoopje

(Astrantia) - gemakkelijk te kweken vaste plant.
In borders gemakkelijk te combineren met bv riddersporen of grijsbladige planten.
Houdt van lichte schaduw. Voorkeur voor klei- of leemhoudende grond, maar humusrijke niet te droge zandgrond is ook goed. Hoogte 40-80 cm, bloeit juni-juli met witte, lichtrood tot purperrood overlopende bloempjes.
Vermeerdering kan door delen in het voorjaar of zaaien in september. Laat bij zaaien de plantjes vorstvrij overwinteren.

Zenegroen

(Ajuga) - kruipende vaste plant
Een bodembedekker met een tamelijk rijke bloei. Zon/halfschaduw, een beetje humus en mest door de grond. Is bij droge grond gevoelig voor bladluizen en wordt ook gemakkelijk aangetast door de vorst.
Tot 20 cm hoog, blad groen met blauwe bloemen. Er zijn varianten met donkerbruin loof, geel-rozerood-bruin gevlekte bladeren of met witgerande bladeren. Sommige varianten worden tot 50 cm hoog.
Het is een sterke plant en in het voorjaar gemakkelijk te vermeerderen door deling.

   

Eénjarige en tweejarige planten

   

Goudsbloem

(Calendula) - makkelijk te kweken zaaibloem voor eenjarige borders soms gemengd met vaste planten.
Houdt van droge, arme grond, liefst kalkrijk met wat stenen erdoor. Zaaien vanaf april ter plaatse. Kan ook als tweejarige worden gekweekt maar moet dan wel in de winter worden afgedekt.
Er zijn meerdere varianten, bij allemaal de bloemen van goudgeel tot oranje gekleurd. Hoogte 30-50 cm, bloeit 8-10 weken na het zaaien, tot in de herfst.

Leeuwenbekje

(Antirrhinum) - eenjarige, soms tweejarige plant.
Houdt van volle zon en een redelijk bemeste tuingrond.
Bij eenjarigen in februari zaaien in warme bak of kas. Na opkomst verspenen, warm houden, 1 keertje toppen en in april langzaam afharden. Ze bloeien in de volle zomer.
Bij tweejarige kweek in aug-sept buiten gezaaid en na het verspenen in een vorstvrije koude bak of kas overwinteren. Ze bloeien dan al in mei.
Er zijn hoge, halfhoge en lage rassen, van 20-80 cm. Allerlei kleuren zijn mogelijk behalve blauw.

Madeliefje

(Bellis) - een tweejarig perkplantje, de siervorm van het welbekende madeliefje. Tevreden met elke redelijke soort tuinaarde.
Uitzaaien in juni-juli op een beschaduwd zaaibed. 1 keer verspenen en in de herfst op de goede plaats zetten. In de winter met wat riet of dennetakken tegen de ergste vorst beschermen. Hoogte tot 15 cm, bloeit maart-juni in wit-roze-rode tinten.

Pantoffelplant

(Calceolaria) - er bestaan zowel vaste als eenjarigen maar in de handel vindt je bijna alleen de eenjarige perkplantjes. Doen het goed in perken en balkonbakken.
Houden van voedzame, niet kalkrijke tuinaarde. Vermeerdering door Zaaien vanaf maart op licht verwarmde plaats of eind april in volle grond. Kwekers zaaien hun hybriden al in november.
De hoogte verschilt van 40 tot 70 cm, bloeitijd juni-sept, bloempjes bij alle varianten geel.

Stokroos

(Alcea of Althaea) - tweejarige plant
Houdt van de volle zon en goede tuingrond.
Ze worden tot 3 meter hoog en moeten goed ondersteund worden. Ze bloeien in veel verschillende kleuren in juni-september.
Dit is geen echte roos. Niet zo makkelijk verkrijgbaar. Men kan ze het beste zaaien: zaaien in juni op een licht beschaduwde plaats en de stekjes in september op de juiste plaats zetten of vorstvrij laten overwinteren.

   

Heesters en bomen

   

Berk

(Betula) - Mooie bomen met een niet te dicht bladerdak. Ze passen ook goed in de kleinere tuin en er zijn veel ondersoorten.
Ze staan het liefst op zandgrond. Veel mest is in elk geval niet goed.
De dwergberk wordt maar 1 meter hoog. Andere soorten, waaronder de gewone of ruwe berk, kunnen 20 meter hoog worden.

Bruidssluier

(Bilderdykia) - Zeer snel groeiende klimheester die het beste bloeit in de volle zon. Alle grond is goed, maar hoe beter de grond, hoe sneller de groei.
Vermeerdering in de zomer door een stek met hieltje. De plant bloeit in aug-sept met veel witte of iets roze gekleurde bloemenpluimen.

Callicarpa

Een minder bekende maar eenvoudig te kweken heester. Opvallend zijn de prachtige paarse vruchtjes, heel geschikt voor bloemstukjes bijvoorbeeld.
Een lichtbeschaduwde plek is goed, maar niet te donker want dan vormt hij geen vruchtjes. De struik loopt heel laat uit. Houdt van normale of iets kalkhoudende tuinaarde. Vermeerdering gebeurt via een zomerstek.
De hoogte is tot 2,5 meter. Bloeit juni-juli met kleine paarse bloemetjes. Het blad verkleurt mooi in de herfst en dan verschijnen ook de kenmerkende paarse bessen.

Caryopteris

Uitbundig bloeiende struik die niet helemaal winterhard is.
Staat het liefst beschut en in de volle zon. Elk voorjaar het verdroogde hout wegsnoeien want de struik bloeit op eenjarig hout in de herfst.
Houdt van vruchtbare, niet te natte tuingrond met wat kalk.
Vermeerdering door zomerstek.
Wordt tot 1 m hoog en bloeit sept/okt met blauwe bloemen. Er is ook een ras dat maar half zo hoog wordt en in aug/sept bloeit met violetblauwe bloemen.

Haagbeuk

(Cárpinus) - een snelgroeiende boom, vooral gebruikt voor hagen.
Bij een goede snoei kan hij in 5 jaar tijd 2 m hoog groeien bij een breedte van slechts 50 cm. Minstens 2 keer per jaar moeten de struikjes taps worden geknipt om goed in vorm te blijven. Bladeren vallen 's winters af.
Groeit in elke redelijke tuingrond. Vermeerdering uit zaad.
Als boom kan de haagbeuk tot 20 meter hoog worden.

Herfstsering

(Buddleia) - 1 van de ondersoorten is de Buddleia Davidii: de vlinderstruik. Trekt niet alleen veel vlinders maar ook bijen aan. In strenge winters heel vorstgevoelig. Daarom in mrt-april tot op 30 cm boven de grond afsnijden. De struik blijft dan compacter en bloeit rijker. De vleinderstruik bloeit juli-aug.
Let op: een andere ondersoort, de Buddleia alternifolia, mag in het voorjaar juist niet worden gesnoeid, want die bloeit al in juni. Terugsnoeien na de bloei is hier het devies.
Buddleia's zijn geschikt tussen wat lagere beplanting of in gemengde borders. Vrij droge grond kan bij de vleinderstruik wel maar leg dan wel elke herfst wat verteerde koemest rond de stam. Een kalkhoudende bodem wordt goed verdragen.
Buddleia's worden ongeveer 3 meter hoog en de bloemkleuren omvatten wit, purper, lichtpaars, purperrood, blauwachtig. .

Hertshooi

(Hypericum) - ook wel St. Janskruid genoemd. Er zijn meerdere rassen, in hoogte verschillend van 30 cm (een bodembedekker) tot 1 meter.
Ze houden van een humusrijke, goed gedraineerde bodem. Vermeerdering gebeurt uit winter- of zomerstek of via uitlopers. Wij hebben gemerkt dat ze zich ook spontaan uitzaaien. In het voorjaar de hogere rassen flink terugsnoeien.
Bloeitijd is juni-sept/okt met mooie goudgele bloempjes. De later verschijnende vruchten kleuren van rood naar zwart.
In de kruidengeneeskunde en folklore is St. Janskruid trouwens een van oudsher bekend geneesmiddel. Ook nu nog wordt het tegen milde depressies gebruikt. Ga hier echter nooit zelf mee experimenteren en houdt ook je kids in de gaten met die besjes. Ze zijn echt niet geschikt om zo op te eten.

Krenteboompje

(Amelanchier) - snelgroeiende struik/kleine boom
Het beste is redelijk vochtige zandgrond met wat kalk maar hij is al gauw tevreden.
Bloeit april/mei en het blad verkleurt mooi in de herfst. Wordt 4-6 meter hoog maar dat kun je door snoei wat inperken. Past goed onder bomen (wij hebben er 1 onder onze berkenbomen).
Vermeerdering kan door zaaien of door bewortelde uitlopers.

Palmboompje

(Buxus) - van de welbekende buxushaagjes. Een groenblijvend heestertje dat zich gemakkelijk in allerlei vormen laat knippen. Wordt veel gebruikt voor lage haagjes langs rozentuintjes bijvoorbeeld, maar ze kunnen wel tot 8 meter hoog groeien. Het loof is giftig!
Houdt van normale, niet te droge tuingrond. Kan in de lente of augustus gestekt worden. Stekjes de eerste winter wel onder glas houden. Er is een variant met geelgroen gevlekte blaadjes en een randpalmpje met kleien donkergroene blaadjes, voor heel lage haagjes.

Trompetboom

(Catalpa) - flinke boom met prachtig mooi blad.
Vooral voor grotere tuinen. Houdt van normale, redelijk voedzame tuingrond. In de zomer kunnen de jonge scheuten gestekt worden.
Hoogte tot 10 m. Dankt zijn naam aan de trompetvormige bloemen die juni-juli verschijnen. Ze zijn wit met gele vlekken en het loof is lichtgroen. Er zijn rassen met nog lichter loof en iets anders getinte bloemen.

Zuurbes

(Berberis) - veelzijdige heesters met mooie vruchten, bloempjes en herfstkleuren. Er zijn zowel wintergroene als bladverliezende soorten.
Wordt vaak in de schaduw gezet, kan aan de noordzijde van het huis of in een haag.
Is met weinig tevreden maar voor een flinke groei moet wel wat bemest worden. Vermeerdering kan het makkelijkst door winterstek of deling van de uitlopers.
Er zijn veel soorten en hybriden, in hoogte verschillend van 1 m tot wel 4 m. De meesten bloeien in mei.